|
Ooit zei iemand tegen mij, soms komt iemand te dichtbij, |
|
ik dacht altijd bij mezelf. weet ik! |
|
Jij was groot en ik was klein, voelt het goed om jou te zijn? |
|
Weet ik denk weer bij mezelf dat weet ik. |
|
Je lacht, omdat je weet dat je mij hebt verwond. |
|
Zonder moeite van daar waar jij stond, |
|
Want dat maakt het gemakkelijk, ook voor mij, |
|
Want dan kan ik opstaan, voel ik jou gewicht niet. |
|
Gaan de deuren open, krijg ik weer eens antwoord. |
|
Kijk ik in de spiegel, zie ik eens mezelf weer. |
|
Onder mij is niets meer dan de kale grond, |
|
Ik kan alleen omhoog, alleen omhoog, alleen omhoog, alleen omhoog. |
|
Ik wilde wel, maar ik ken je niet. |
|
En dat ik het nu pas zie, is een beetje zonde tijd, dat weet ik. |
|
En als je weet van waar ik kom, is alles lang nog niet zo stom. |
|
en dat geldt voor jou net zo, vergeet ik. |
|
Want je lacht, terwijl je weet dat je mij hebt verwond. |
|
Zonder moeite van daar waar jij stond, |
|
Want dat maakt het gemakkelijk, ook voor mij, |
|
Want dan kan ik opstaan, voel ik jou gewicht niet. |
|
Gaan de deuren open, krijg ik weer eens antwoord. |
|
Kijk ik in de spiegel, zie ik eens mezelf weer. |
|
Kan ik gaan beseffen, sommige kijken niet, |
|
alleen omhoog, alleen omhoog, alleen omhoog, alleen omhoog. |
|
Ooit zei iemand tegen mij, soms komt iemand te dichtbij, |
|
ik dacht altijd bij mezelf. dat weet ik! |
|
Kijk dan hoe ik opsta, voel ik jou gewicht niet, |
|
Alle deuren open, eindelijk een antwoord. |
|
Kijk ik in de spiegel, en ik zie mezelf weer. |
|
Oh ik voel dat ik weer naar boven kan. |
|
Alleen omhoog, alleen omhoog, alleen omhoog, alleen omhoog, |
|
ik kan alleen omhoog, alleen omhoog, alleen omhoog. |